Nieuws en Publicaties
26/03/2015
Economisch nieuws

Vijf ontwikkelde economieën zullen het risico van "seculaire stagnatie" in het komende decennium vermijden

Vijf ontwikkelde economieën zullen het risico van "seculaire stagnatie" in het komende decennium vermijden

Meer dan drie jaar na het officieel economisch herstel hebben de industrielanden het moeilijk om weer aan te knopen met duurzame groei. Sommige voorspellen zelfs een stagnerende groei, een situatie die soms als onomkeerbaar wordt beschouwd. Maar niet alle ontwikkelde economieën zijn even kwetsbaar voor dit risico van langdurige stagnatie en sommige uitzonderingen onderscheiden zich in het kwetsbare wereldwijde economische landschap. Welke ontwikkelde economieën uit de OESO zullen in staat zijn om hun groei in het komende decennium te versnellen?

 

 

Traditionele indicatoren tegenover beslissende criteria die de recente crisis aan het licht heeft gebracht

 

Om te bepalen welke ontwikkelde economieën het minst blootgesteld zijn aan het risico om in een langdurige periode van zwakke groei of zelfs stagnatie te vervallen, hebben de analisten van Coface 23 landen onder de loep genomen op basis van vijf criteria: 

  • Demografie en innovatie, twee traditioneel beslissende factoren voor de potentiële groei op lange termijn. In het VK zien we een versnelling van de groei van de activa, terwijl Spanje kampt met een dalende immigratie. In beide gevallen speelt de aantrekkingskracht van de landen een belangrijke rol. De Verenigde Staten blijft een van de toonaangevende landen op het vlak van innovatie, en dan vooral wat betreft biotechnologie. Dit voordeel helpt bij het verzekeren van de groei op lange termijn.
  • Inkomensongelijkheid binnen de OESO-landen kan de crisis van 2008-2009 en het twijfelachtige herstel deels verklaren aangezien het leidt tot een beperkte koopkracht op lange termijn voor gezinnen met een laag inkomen. Volgens de GINI-index hebben Zweden, Denemarken, de Verenigde Staten en Frankrijk te kampen gehad met toenemende niveaus van ongelijkheid, wat bijdraagt aan de vertraging van hun groei.
  • Publieke en private schuld die de pan is uitgerezen (in de meeste gevallen is er binnen de OESO een schuld van tussen 300% en 350% van het bbp) waardoor de financiële kwetsbaarheid van de verschillende actoren toeneemt omdat kredietnemers blootgesteld worden aan het insolvabiliteits- en liquiditeitsrisico.Landen zoals Spanje en het VK, die een scherpe toename van de private schuld voor de crisis kenden, ervaarden daarna enkele van de zwaarste recessies.  Duitsland, Australië, Zwitserland en Finland behoren tot de landen met de laagste schuldenlast.
  • Prestaties op het vlak van export, die sterk afhankelijk zijn van de concurrentiekracht - zowel in termen van prijzen als van niet-kostgerelateerde aspecten (innovatie, kwaliteit, design, enz.). Zuid-Europa en Ierland zijn competitiever geworden dankzij de daling van hun reële wisselkoers. Het VK, Japan en Duitsland profiteren van het imago van hun producten als zijnde producten met een hoge toegevoegde waarden.

 

Top 5 van de meest solide landen: Duitsland, Zuid-Korea, Zwitserland, België en Nederland

 

Volgens de analyse onderscheiden vijf OESO-landen zich positief.

 

tab_nl
  • Duitsland

De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, vooral gedragen door private Duitse bedrijven, liggen hoger dan het OESO-gemiddelde. De financieringssystemen moedigen kleine ondernemingen aan om te groeien. Tot slot geniet het land, naast een duurzame export ook een hoge mate van competitiviteit, exclusief kosten.

 

  • Zuid-Korea

Zuid-Korea, dat een leidinggevende rol bekleedt inzake kwalitatief hoogwaardige elektronica, realiseert betekenisvolle productiviteitswinsten door verder te bouwen op haar sterk innovatievermogen, inclusief een hoogstaand onderwijssysteem, hoge overheidsuitgaven inzake onderzoek en ontwikkeling en een hoog aantal ingediende patenten. Ondanks de vertraging in China kan het land dankzij zijn geavanceerde innovatieve technologie een economisch potentieel in termen van export handhaven.

 

  • Zwitserland

Innovatie is een kernprioriteit voor Zwitserland, dat een sterke positie op het vlak van biotechnologie kon veroveren. Het financieringssysteem verleent kmo's makkelijker toegang tot bankleningen en de financieringsbronnen voor onderzoek en ontwikkeling zijn vooral in de privésector terug te vinden. Ook kan het land anders dan via de prijzen concurreren, exclusief kosten, omdat Zwitserse bedrijven een sterk merkimago genieten. De Zwitserse export is tussen 2007 en 2013 met 27% toegenomen.

 

  • België

België is een van de landen met de laagste ongelijkheidsniveaus in de OESO. Ook heeft het land met 82% van het bbp een van de hoogste openheidsniveaus binnen de OESO. Deze dynamische externe handel maakt het land bijzonder competitief.

 

  • Nederland

Nederland kan bogen op mooi uitgebalanceerde en relatief positieve indicatoren. Hoewel de totale schuld van het land vrij hoog is (355% van het bbp), zou het niveau van de overheidsschuld (78%) de regering in staat kunnen stellen de private sector te ondersteunen in geval van een verwachte groeiwijziging. Ook de havenactiviteit is een bijzonder groot voordeel voor het land, met Rotterdam als grootste haven van Europa. Ook dit land geniet een van de hoogste openheidsniveaus van de OESO (83% van het bbp).

 

INFOGRAPHICS : WORLDWIDE RISK MAP

Download this infographics :

Worldwilde Risk Map infographics

 

 

 

 

 

 

 

 

DOWNLOAD THIS PUBLICATION

 

Table of Content

  • Research paper Advanced countries: stagnation is not destiny for all of them!
  • Demographics
  • Innovation
  • Inequalities
  • Total debt
  • External trade
  • Barometer Country risk and business climate assessments changes

 

 

 

 

 

 

 

  

Dit persbericht downloaden : Vijf ontwikkelde economieën zullen het risico van "seculaire sta... (185,44 kB)

Contact


Kris Degreef

Media Contact
Vorstlaan, 100 Boulevard du Souverain
B-1170 Brussels
BELGIUM
Mail: Kris.degreef@coface.com 

Naar boven
  • Nederlands
  • Français
  • English