Meer dan twee maanden na het begin van de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari, en ondanks verscheidene onderhandelingsronden, lijken de vooruitzichten voor een snelle oplossing van de oorlog steeds onwaarschijnlijker.
Aangezien de sancties tegen Rusland blijven toenemen, lijkt een terugkeer naar de situatie van voor de oorlog een illusie, zelfs in het geval van een spoedig einde van het conflict.
Coface heeft zijn raming van de kosten voor de wereldeconomie naar boven bijgesteld tot ongeveer één procentpunt in 2022. De gevolgen van het conflict zullen echter vooral vanaf de tweede helft van het jaar voelbaar zijn en zich in 2023 en daarna verder concretiseren.
Het politieke risico, dat met de pandemie op mondiaal niveau aanzienlijk was toegenomen, wordt vergroot door de stijgende voedsel- en energieprijzen.
Geen enkele regio zal echt gespaard blijven van de economische gevolgen van deze oorlog, en na de opeenvolgende schokken van de jaren 2020 blijft onze perceptie dezelfde: de wereld is veranderd en niets zal ooit nog hetzelfde zijn.
Europa in beroering.
De belangrijke rol van Rusland en Oekraïne in de productie van veel grondstoffen heeft samen met met de vrees voor verstoringen van het aanbod geleid tot een sterke stijging van de prijzen, met als gevolg een daling van het beschikbare inkomen van de huishoudens en dus van de consumptie. Volatiliteit en onzekerheid zullen ook zwaar wegen op de investeringsbeslissingen van bedrijven, aangezien hun financiële situatie waarschijnlijk aanzienlijk zal verslechteren naarmate de productiekosten hoog blijven of blijven stijgen.
Naast de economieën van Midden- en Oost-Europa, die belangrijke economische banden hebben met Rusland, zijn de landen van West-Europa het meest blootgesteld omdat ze erg afhankelijk zijn van Russische fossiele brandstoffen. Duitsland en Italië, waarvan de economieën het meest afhankelijk zijn van Russisch gas, zullen waarschijnlijk sterk worden getroffen (een negatief effect van 1,6 pp op de BBP-groei). De impact zal in de rest van Europa waarschijnlijk kleiner zijn, maar nog steeds aanzienlijk.
Inflatoire effecten dwingen de Fed om eerder in te grijpen dan verwacht.
Aan de overzijde van de Atlantische Oceaan zal het effect op de groei bescheidener zijn wegens de beperkte handel met en financiële blootstelling aan Rusland en Oekraïne. In de Verenigde Staten heeft de totale inflatie echter haar hoogste peil in 41 jaar bereikt, onder invloed van de voedsel- en energieprijzen. Wanneer deze elementen buiten beschouwing worden gelaten, is de maandelijkse prijsstijging gematigd, maar blijft zij ver boven het streefcijfer van 2% van de Amerikaanse Federal Reserve, hetgeen de Fed ertoe heeft aangezet sneller dan verwacht in te grijpen.
Na een eerste renteverhoging door de Fed in maart hebben de meeste leden van het Monetary Policy Committee zich uitgesproken voor een "neutrale" rente tegen eind 2022, die naar schatting tussen 2 en 3% zal liggen. Dit zou een van de meest agressieve verkrappingscycli zijn sinds de jaren negentig en zou bijdragen tot een matiging van de groei in de VS, vandaar onze neerwaartse bijstelling van de BBP-groeiprognose voor de VS voor 2022 tot 2,7%.
Geen enkele regio zal gespaard blijven van geïmporteerde inflatie en verstoringen van de bevoorradingsketen.
Afrika, waar een algemeen negatief netto-effect van 0,5 procentpunt wordt geraamd, is een perfect voorbeeld van hoe de huidige situatie de opkomende economieën beïnvloedt, met de intensivering van de inflatiedruk, en het begin van de verscherping van het beleid van de Fed, met zijn effect op de kapitaalstromen.
Azië zal ook niet gespaard blijven van de gevolgen van de oorlog, naast de vertraging in China die verband houdt met de omikronvariant. Een aanslepend conflict in Europa of een nieuwe escalatie zal een geraamd netto negatief effect van 0,5 procentpunt op de bbp-groei in 2022 hebben.
Latijns-Amerika is een andere regio die kwetsbaar is voor een verscherping van het Fed-beleid, maar zou moeten profiteren van de stijgende grondstoffenprijzen. Het netto-effect van de oorlog in de regio – dat wij op -0,1 procentpunt ramen – is nog onzeker en zal in de nabije toekomst wellicht niet volledig voelbaar zijn.